Mezelf verliezen in mijn gelijk

“Dáár wil ik zitten,” wijst Koen. Enthousiast loopt hij met zijn propvolle rugzak door het smalle gangpad naar voren, bovenin de dubbeldekker bus. Er zitten slechts enkele mensen, waaronder een man links vooraan. Mijn zoon duikt naar de stoelen rechts, waarbij zijn tas rakelings langs het hoofd van deze man scheert. Geërgerd kijkt onze medereiziger naar mijn zoon, die niets doorheeft. Hij gelukkig niet.

Op luide toon praat Koen tegen mij over zijn angst voor de tandarts waar we naar onderweg zijn, over dat hij vanochtend bij papa geen koffie heeft gehad want er was te weinig tijd, welke begeleidster er vandaag op zijn groep bij de dagbesteding is en wat hij vanavond gaat eten. Vanuit mijn linkerooghoek zie ik dat de ergernis van de man groeit. Demonstratief zucht hij en draait zijn lichaam met driftige bewegingen van ons af, alsof hij zo het geluid van Koen denkt te kunnen ontlopen.

In mij ontstaat strijd. Ik verdedig mezelf: Koen mag best praten. Dat vind ik gezellig en de wereld is ook van hem. Of moet ik toch strenger zijn en hem leren op gedempte toon te praten? Maar in de trein zit ik ook vaak tussen telefoongesprekken die ik volledig zou kunnen volgen, als ik dat zou willen. Daar zeg ik nooit wat van, terwijl ik het wel liever stil zou hebben. In mijn hoofd reageer ik geagiteerd op de man: Dan ga je toch lekker ergens anders zitten als je last hebt van hem! Vind je dat hij in een gesloten instelling moet leven zodat jij niet met hem geconfronteerd wordt?! Hoort hij er niet bij? Nou mooi wel! Precies zoals hij is, met zijn luide enthousiaste stem! Meneertje met je nette kleertjes.

Na twee haltes stapt de man uit. Hij had zijn gordel om! Daar heb ik ook zo mijn oordelen over. Ik zie hem met bonkige stappen over de stoep lopen als de bus hem voorbij rijdt.

Ga je lekker Yvonne? knipoog ik naar mijn op hol geslagen gedachten.


Ik kan me in mijn relaties verliezen en ik kan mezelf erin vinden. De keuze is aan mij.

Die gedachte kwam vanochtend bij het wakker worden in mij op. Nu herinner ik het weer. In al onze relaties zien we onszelf weerspiegeld, dat wat we over onszelf geloven. We denken dat het over de ander gaat, maar het gaat uiteindelijk gewoon over onszelf. Relaties hebben we met alles en iedereen, zoals ik nu een relatie heb met deze meneer.

Ik weet niets van hem en van wat hij dacht. Dit weet ik: Man zit op een stoel. Man kijkt naar links. Man maakt geluid. Man beweegt en man stapt uit. De rest is mijn interpretatie, en die is van mij. Het is mijn verantwoordelijkheid wat ik ermee doe. Wil ik het geloven of ga ik het onderzoeken?

Ik kan ervoor kiezen te blijven steken in mijn verhalen; mijn verhalen over dat Koen wordt beschouwd als een derderangs burger, dat de meeste mensen zijn waarde niet zien, dat hij er niet bij hoort, dat hij zich moet aanpassen en mijn verzet daartegen. Mijn verhaal over dat ik zo'n goede moeder ben, of juist veel te soepel, mijn afkeer van norse meneren met nette kleren die in de bus een gordel omdoen. Dan verlies ik mezelf: ik ben verontwaardigd en vind dat ik gelijk heb.

Ik kan ook stilstaan en naar binnen keren. Daar kies ik voor. Dit verhaal gaat over mij, zoals al onze verhalen over onszelf gaan. Ik vertel mezelf dat ik anderen tot last ben, dat ik het niet goed doe, dat de wereld vijandig is, dat ik slachtoffer ben. Die overtuigingen zijn bekend voor mij. Als ik dat geloof dan voel ik me gespannen en onrustig.

Moe van al het denken

Koen is inmiddels stil geworden. “Ik ben moe,” zegt hij, “al die gedachten.” Hij wijst naar zijn linkerslaap waar hij de spanning van zijn gedachten altijd voelt.

“Ik zie het,” zeg ik, pak zijn hand en streel die.

Zo zitten we in stilte naast elkaar, zijn warme zachte hand in de mijne, terwijl de bus over de snelweg glijdt. Het kalmeert me. Ik ben ook moe, moe van mijn gedachten. Ik volg mijn adem in en uit gaan en zucht. Mijn gespannen schouders laten los. Wat ik denk is niet waar. Het kost me inmiddels weinig tijd meer om me dat te realiseren. Ik laat ze gaan.

Dankjewel meneer, dat je me helpt mezelf te vinden.

Vorige
Vorige

Jij bent waardevol en belangrijk

Volgende
Volgende

Moederschap als weg van heling