Hoe ik mijn pijn leerde dragen
Wanneer je een ziekte hebt wordt je geconfronteerd met fysiek ongemak. Dat kan van alles zijn: tintelingen, aanhoudende pijn in spieren en pezen, pijnscheuten, heftig ontstoken gewrichten, misselijkheid, duizeligheid, kramp, intense vermoeidheid, gebrek aan energie, hoofdpijn en meer. Deze klachten kunnen zoveel invloed hebben op jouw leven dat het meer lijkt dan je dragen kunt. En je hebt invloed op hoe je jouw klachten ervaart.
“Zoek afleiding,” raadt iemand je aan. Dat heb je natuurlijk al geprobeerd en je wil ook niet de hele dag films kijken of je volproppen met eten. Bovendien werkt die afleiding niet goed of maar tijdelijk. “Gewoon geen aandacht aan geven, want wat je aandacht geeft groeit,” zegt een ander die het goed bedoelt, maar waarschijnlijk nog nooit heeft gevoeld wat jij nu ervaart. Wanneer het nieuwe klachten zijn zoek je misschien op internet waar dit door zou kunnen komen. Dat bevordert je gemoedsrust niet; je vindt meerdere mogelijke verklaringen en de meest ernstige lijkt ook het meest waarschijnlijk.
Je innerlijke strijd zien
Zoals bij bijna alles in het leven is het bij fysieke klachten de uitdaging om je innerlijke strijd te zien en die op te geven, en enkel aanwezig te zijn bij wat je ervaart. Makkelijker gezegd dan gedaan want hoe doe je dat? Ik neem je mee naar een stilte-retraite waar ik aan deelnam. Daar ervoer ik mijn angst en verzet tegen pijn en leerde ik hoe het anders kan.
Mijn worsteling met pijn
Twee weken voor de retraite had ik al mijn moed bij elkaar geraapt en mijn man verteld dat ik van hem wilde scheiden. Dat was voor mij de juiste beslissing en ik voelde me schuldig en was bang. Mijn man was boos en ik sliep nauwelijks. Uitgeput vertrok ik naar de retraite. Wat verlangde ik naar rust! Heerlijk om even geen man, kind en zorgen aan mijn hoofd te hebben. Gewoon dagenlang lekker stilzitten en niets hoeven doen.
Al bij de eerste meditatie had ik pijn in mijn rug en benen. Een continu zeurend gevoel gecombineerd met steken. Ik probeerde te ontspannen, nam een ander kussen en ging meer rechtop zitten. De pijn hield aan en werd erger. Hoelang duurde deze sessie nog?
Sessie na sessie kropen de minuten voorbij. Ik probeerde de pijn te negeren en dwong mezelf mijn adem te volgen. Dat lukte niet. “Doe eens wat beter je best”, spoorde ik mezelf aan. Ik was moe.
“Neem rust. Sla een meditatie over of meerdere als je voelt dat je behoefte hebt om te slapen,” adviseerde de docente mij. Ik was verbaasd over haar advies en volgde het dankbaar op. Maar de pijn bleef aanwezig tijdens elke meditatie, van 's ochtends vroeg tot in de avond. Dit was niet om uit te houden! Waarom konden andere mensen drie kwartier kalm en ontspannen zitten en ik niet?
“Ga liggen als zitten zo'n pijn doet,” zei de docente in het volgende onderhoud dat ik met haar had, “er wordt niet van ons verlangd dat we hard zijn voor onszelf.” Dat deed ik en de pijn bleef. De grond was hard. Ik kon het wel uitschreeuwen van frustratie en pijn. Ik was hier om rust en vrede te ervaren, niet dit! De dagen sleepten zich voort en ik worstelde alleen maar met mijn pijn. Hier was ik niet voor gekomen.
Op de ochtend van de laatste dag lag ik op de harde grond in de meditatieruimte, voortdurend verlangend naar de gong die het einde van de sessie zou aangeven. De docente nam ons mee in een geleide meditatie:
“We zijn in staat om te dragen wat in ons is. Pijn in je lichaam is pijn in je lichaam. In plaats van hier met onze aandacht bij te zijn en het eenvoudig te voelen hebben we allerlei gedachten van verzet zoals: Dit wil ik niet, dit kan ik niet dragen, misschien gaat dit nooit meer weg, misschien heb ik een hernia, dit is niet rechtvaardig, dit moet veranderen, ik doe het niet goed.”
Dit was heel herkenbaar voor mij.
“Deze gedachten zorgen voor spanning. Ze gaan de strijd aan met wat in je is,” vertelde de vrouw verder. “Zo leggen de gedachten als het ware schillen van angst om de daadwerkelijke pijn heen. De kern van pijn wordt op die manier door onze gedachten groter en groter. Het lijkt dan niet meer te dragen.”
Na haar uitleg speurde ik naar al mijn gedachten over de pijn in mijn lichaam. Dit is niet hoe ik het wil. Dit is onverdraaglijk. Ik moet normaal kunnen zitten. Ontspan je toch eens! Hier kom ik niet voor. Ik ving elke gedachte op en liet haar los. Zo pelde ik schil voor schil af, totdat ik daar rustig lag op de grond, die hard was. De pijn was er nog steeds. En ik was er dichterbij dan in alle voorgaande dagen.
Kalm voelde ik de sensaties van de pijn. Ja, dit is pijn. Dit is wat er nu is. Verwonderd nam ik waar dat het niet fijn was, maar goed te dragen. De gong klonk. Ik ging zitten, leunend tegen de muur. Warme dankbaarheid vulde mijn lichaam.
Ik kan dragen wat in mij is, in mijn lichaam en in mijn leven. Met gedachten van verzet werp ik blokkades op. Als ik aanvaard en vertrouw verdwijnen angst en boosheid. Ik was hier gekomen om dit te leren.
Anders omgaan met gedachten
Gedachten, oordelen en overtuigingen, staan tussen jou en het ervaren van je fysieke klachten in. Het probleem is niet dat die gedachten er zijn, maar dat je ze gelooft en er zelfs in investeert. Het blijft meestal niet bij één gedachte, maar je spint er een heel verhaal omheen; een verhaal van slachtofferschap of van falen met alle bijbehorende emoties. Gedachten zullen blijven komen. Dat is niet erg. En je kunt leren om er anders mee om te gaan. Door je bewust te worden van wat je allemaal denkt kun je afstand nemen van die gedachten, door ze te zien als 'voorbijkomende mentale verschijnselen' en niet als de waarheid. Onderzoek wat dit je brengt.
Uiteraard: als het nodig is zoek je medische hulp en pijnstilling.
Ik wens je veel succes met dit proces en hoor graag wat het je brengt. Mocht je hulp hierbij willen dan kun je bij mij terecht.